Loonkosten, indexering en concurrentievermogen
Afschaffen automatische indexering en loonnorm
Uitdagingen
-
Verzwakte concurrentiekracht door automatische loonindexering
De concurrentiekracht van Belgische bedrijven lijdt al jaren onder ons systeem van automatische loonindexering. Samen met Luxemburg zijn we een van de weinige landen die dit systeem hanteren. Dat zorgt ervoor dat internationale schokken in energieprijzen direct leiden tot directe en niet-onderhandelde loonkostenstijgingen in België, die aanzienlijk hoger zijn dan bij onze buitenlandse concurrenten.
1. -
Explosie van energieprijzen en loonkosten in 2022-2023
Ondanks de aanscherping van de loonnormwet in 2017, leidden stijgende gas- en elektriciteitsprijzen na het begin van de oorlog in Oekraïne – als gevolg van de automatische indexering – tot een stijging van onze loonkosten met 15% in 2022-2023. Hierdoor steeg de absolute loonkostenhandicap van België van minder dan 10% in 2021 naar iets meer dan 15% in 2023. Een uur arbeid in België kost nu gemiddeld 6 euro meer dan in onze drie buurlanden (gemiddeld 43 euro per uur in België, ten opzichte van gemiddeld 37 euro per uur in onze drie buurlanden).
Dat heeft een negatieve impact op onze prijscompetitiviteit op zowel binnen- als buitenlandse markten, en beïnvloedt onze exportmarktaandelen. Bovendien vermindert het onze aantrekkelijkheid voor nieuwe buitenlandse investeringen en belemmert het de jobcreatie in onze bedrijven.
Bronnen: CRB- en VBO-berekeningen
2.
Voor een bloeiende Belgische economie moeten we het concurrentievermogen van onze bedrijven in de komende legislatuur herstellen.
Oplossingen
Om de groei van de Belgische economie in de komende legislatuur te herstellen én te versterken, stellen we een driestappenplan voor:
-
Onze loonkostenhandicap verkleinen, onder andere door de wet strikt toe te passen
Maak de tijdelijke verlaging van de werkgeversbijdrage (7,07%) permanent. Hierdoor verbetert het concurrentievermogen met 1,8% en wordt een derde van het in 2022-2023 ontstane competitiviteitsprobleem aangepakt. Pas ook de loonnormwet correct toe gedurende twee periodes van interprofessionele akkoorden om de rest van het recent ontstane competitiviteitsprobleem fundamenteel aan te pakken.
1. -
De lasten verlagen
Verlaag de werkgeversbijdragen aan de RSZ (sociale zekerheid) van 25% naar 20% om een groot deel van de absolute loonkostenhandicap te verminderen, met behoud van bestaande lastenverlagingsmaatregelen, zoals de niet-doorstorting van de bedrijfsvoorheffing voor O&O en ploegen- en nachtarbeid. Die lastenverlagingsmaatregelen moeten eenvoudiger en praktisch werkbaar gehouden worden.
2. -
Het loonbeleid flexibiliseren
Na het wegwerken van de absolute loonkostenhandicap kunnen de loonnormwet van 1996 en alle sectorale indexerings-cao’s worden opgeheven. België kan dan overschakelen op een systeem van vrije onderhandelingen op interprofessioneel, sectoraal en ondernemingsniveau tussen verantwoordelijke sociale partners. Tijdens het tweejaarlijkse interprofessionele overleg kan men dan praten over het totale verloningspakket voor werknemers, inclusief koopkrachtcorrectie en reële loonstijging.
Met die aanpak zijn onze bedrijven beter voorbereid op toekomstige internationale (energie)crisissen, uitdagingen en behouden we onze concurrentiepositie, exportmarktaandelen, aantrekkelijkheid voor binnen- en buitenlandse investeringen en werkgelegenheidsgroei.
3.